Klantwaardering: 9,4 NRTO-keurmerk 23 jaar ervaring
4.9  Google reviews
  070 - 385 86 52     info@train2work.nl  |  contact  |     info@train2work.nl  
  070 - 385 86 52  
 
home  pijltje inspiratie  pijltje communicatie  pijltje Gouden tips en ezelsbruggetjes bij twijfel over werkwoordspelling
Share

Gouden tips en ezelsbruggetjes bij twijfel over werkwoordspelling

Auteur: Marja Cousijnse

Herken je dit? Je staat op het punt om een mail te versturen, je rapportage te publiceren of die belangrijke brief te verzenden. Dan slaat de twijfel toe: klopt de werkwoordspelling wel? Voor de zekerheid vraag je een collega om te controleren, en ja hoor - daar komen de dt-fouten aan het licht. Geen paniek, je bent niet de enige! Met een paar handige trucs en regels krijg je de werkwoordspelling onder de knie. Lees verder en ontdek hoe je nooit meer struikelt over die lastige d's en t's.

Gouden tips en ezelsbruggetjes bij twijfel over werkwoordspellng
Gouden tips en ezelsbruggetjes bij twijfel over werkwoordspellng

Waarom maken we zoveel werkwoordfouten?

De Nederlandse taal is behoorlijk uitdagend. Of je een -d, een -t of -dt schrijft, hangt af van de tijdsvorm en de woordsoort. En dat maakt het ingewikkeld.

Neem bijvoorbeeld het werkwoord 'wordt': deze vorm komt 65 keer vaker voor in de Nederlandse taal dan 'word', blijkt uit CELEX, een grote databank van Nederlandse teksten. Het gevolg? Ons brein kiest vaak automatisch voor de meest voorkomende vorm, ook als die fout is. Geen wonder dat 'ik wordt' een van de meest gemaakte fouten is. Maar met de juiste tips en oefeningen kun je ervoor zorgen dat je werkwoordspelling rotsvast wordt.

1-daagse cursus spelling   Uitgebreide cursus spelling en grammatica


Opfriscursus werkwoordspelling: d of dt?

We beginnen bij de basis: er zijn 3 groepen werkwoorden die elk hun eigen regels hebben.

Ezelsbruggetje bij werkwoordspelling: vervang het werkwoord door 'smurfen'
Ezelsbruggetje bij werkwoordspelling: vervang het werkwoord door 'smurfen'
  1. De tegenwoordige tijd

    De tegenwoordige tijd wordt vaak als het makkelijkst gezien. Dit zijn de regels:

    • Ik-vorm → alleen de stam. Voorbeeld: ik word.
    • Werkwoord voor 'jij' → alleen de stam. Voorbeeld: word jij?
    • Werkwoord na 'jij' → stam t. Voorbeeld: jij wordt.
    • Hij/zij/het-vorm: → stam t (tenzij de stam eindigt op een t). Voorbeeld: hij wordt, hij ontmoet.

    De stam bij werkwoordspelling: wat is dat?

    De stam is het hele werkwoord zonder -en (soms alleen -n). Dus: de stam van gaan is ga en de stam van douchen is douch. Waar nodig passen we regels toe voor een enkele of dubbele klinker: hakken is hak. Voor allerlei spellingsvormen is het belangrijk om te weten wat de stam is.

    Word of wordt ezelsbruggetje

    Twijfel je plots tussen -t, -d of -dt in de tegenwoordige tijd? Vervang het werkwoord door 'smurfen'. Hoor je 'smurft'? Voeg een -t toe.

    Smurfen? Jawel, de smurfen hebben het zichzelf heel makkelijk gemaakt door alle werkwoorden in te ruilen voor 'smurfen'. Koken, knutselen of in de tuin werken? Alles wordt smurfen genoemd. Dat gekke smurfentaaltje kun jij nu mooi gebruiken!

    Voorbeelden ezelsbruggetje word of wordt:
    • Hoe oud wordt je broer? → Hoe oud smurft je broer? Je hoort een -t, dus het is wordt.
    • Ik word uitgenodigd. → Ik smurf uitgenodigd. Geen -t, dus het is word.
    • Hoe oud word jij? → Hoe oud smurf jij? Geen -t dus het is word.
  2. De verleden tijd

    Je hebt 2 soorten werkwoorden:

    1. Sterke werkwoorden: die veranderen van klank: Ik slaap → ik sliep

    2. Zwakke werkwoorden: die veranderen in de verleden tijd niet van klank: Ik pak → ik pakte

    Hier ga je dus uit van de stam (hele werkwoord -en). Daarachter komt -te of -de bij enkelvoud en -ten of -den bij meervoud.

    Of er -te of -de achter zwakke werkwoorden moet, hoor je meestal wel. Maar er zijn twijfelgevallen. Is het geloofte of geloofde? En verbaaste of verbaasde?

    Ezelsbruggetje: 't ex-kofschip

    Als de stam van het woord eindigt op één van de medeklinkers van 't ex-kofschip, dan schrijf je -te of -ten aan het eind. Dat zijn dus de letters: t, x, k, f, s, c, h, p. Kijk mee:

    1. Ik bak een taart → Stam eindigt op k (zit in het ex-kofschip), dus: ik bakte een taart
    2. Hij mist de bal → Stam eindigt op s (zit in het ex-kofschip, dus: hij miste de bal
    3. Ik verf de muur → Let op! De stam is verv. De v zit niet in het ex-kofschip dus: ik verfde de muur
  3. Het voltooid deelwoord

    Bij een voltooid deelwoord hoor je niet altijd of je een -t of -d moet schrijven. Maak het woord in je hoofd even langer (verleden tijd) om erachter te komen:

    • Verhuisd → want het is ook verhuisde.
    • Gestopt → want het is ook stopte.
    • Ontploft → want het is ook ontplofte.

    Ook hier geldt: gebruik 't ex-kofschip om twijfel weg te nemen.


Dé gouden tip: dubbelcheck je werkwoordspelling

Zelfs met alle regels en ezelsbruggetjes kunnen fouten erin sluipen. Daarom is onze gouden tip: lees je tekst na en laat iemand anders er ook naar kijken. Een frisse blik kan dt-fouten voorkomen, zeker als je al lange tijd met dezelfde tekst bezig bent.


Veelgestelde vragen (FAQ)

  1. Hoe voorkom ik dt-fouten?

    Gebruik het ezelsbruggetje 'smurfentaal' in de tegenwoordige tijd. Voor de verleden tijd maak je werkwoorden langer om te controleren of je een -d of -t moet schrijven.

  2. Hoe leer ik deze spellingsregels sneller?

    Oefen regelmatig met online tools zoals spellingtests, volg een praktische spellingcursus of gebruik apps die speciaal ontworpen zijn voor werkwoordspelling.

  3. Wat is het ezelsbruggetje voor 'wordt' of 'word'?

    Kijk naar het onderwerp van de zin: bij 'ik' gebruik je alleen de stam (ik word). Bij 'jij' of 'hij/zij/het' schrijf je stam t (jij wordt, hij wordt). Twijfel je? Vervang dan het werkwoord door 'smurfen' om erachter te komen of er een -t nodig is of niet.

  4. Hoe werkt 't ex-kofschip?

    Als de laatste letter van de stam voorkomt in 't ex-kofschip (t, x, k, f, s, c, h, p), gebruik je -te(n). Zo niet, dan gebruik je -de(n). Voorbeeld: bakte (ja), verfde (nee).

  5. Waarom is werkwoordspelling zo lastig?

    De regels zijn afhankelijk van tijdsvorm en klank. Daarnaast komen bepaalde fouten ('ik wordt') zo vaak voor dat ze vanzelfsprekend lijken, ook al zijn ze fout.

  6. Hoe voorkom ik spelfouten in mijn teksten?

    Lees je tekst hardop, gebruik een spellingscontrole en laat een ander je tekst nakijken. Een frisse blik ziet vaak wat jij over het hoofd ziet.


Wil je nog zekerder worden van je spelling?

Bekijk onze cursussen spelling en ga zelfverzekerd aan de slag:

1-daagse cursus spelling

Uitgebreide cursus spelling en grammatica


Bekijk alle inspiratie-artikelen
Share

Op de hoogte blijven?

Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.

NRTO Keurmerk
Springest
8,5
79 klantbeoordelingen

Hoofdlocatie

Lange Kleiweg 14
2288 GK Rijswijk

Openingstijden

maandag t/m vrijdag
8.30 - 17.30 uur

Snel contact

070 385 86 52

Mail ons

info@train2work.nl

Openingstijden

maandag t/m vrijdag
8.30 - 17.30 uur

gratis persoonlijk advies kleine groepen, veel aandacht ijzersterk in maatwerk 100% tevredenheidsgarantie